09

Javaan en Dayak

Louis Vreugde (1868-1936)

Deze decoratie is te zien bij de linker ingang van het gebouw aan de Linnaeusstraat: de oude ingang voor de afdeling ‘Culturele en Physische Antropologie’,

Lees meer ↓

Javaan en Dayak

Louis Vreugde (1868-1936)

09

Deze decoratie is te zien bij de linker ingang van het gebouw aan de Linnaeusstraat: de oude ingang voor de afdeling ‘Culturele en Physische Antropologie’,

Voorheen Afdeeling Volkenkunde van het Koloniaal Instituut. De medewerkers van de afdeling Volkenkunde hielden zich bezig met ‘de tegenwoordige toestand van de volken in de koloniën en verbreiding van meerdere kennis over de huishouding, zeden en gewoonten en het maatschappelijk peil van ontwikkeling van deze bevolking’. Hier zijn op de gevel sculpturen te zien van twee inheemse mannen, bekend als ‘De Javaan’ en ‘De Dayak’.

De man links draagt een speer en schild en stelt een zogenoemde Dayak-krijger voor. Zijn pose herhaalt de stereotype uitbeelding door kunstenaars en fotografen in die tijd. De krijger representeert de bevolking van Kalimantan (destijds Borneo geheten), wiens cultuur, onder andere in musea, gerepresenteerd werd als ‘wild’, ‘barbaars’ en ‘bloeddorstig’ – onder meer vanwege de rituele gewoonte om hoofden van vijanden buit te maken. Doel van de Nederlandse beschavingsmissie was om aan dit soort ‘barbaarse’ praktijken een einde te maken en aldus de lokale culturen naar Europese maatstaven te verbeteren.

De Javaanse boer rechts staat voor de – met zijn terrassenbouw hoogontwikkelde – inheemse landbouwtraditie. Net als bij de meeste andere symbolische visualisaties in het gebouw is het onwaarschijnlijk dat specifieke personen voor deze beelden model stonden. Dat was ook niet relevant voor hetgeen de versieringen moesten uitdragen. De bewoners van de archipel representeerden slechts bevolkingsgroepen, al dan niet met karakteristieke beroepen. Alleen bij het merendeel van de Nederlandse personages, die verwezen naar het ‘roemrijke’ vaderlandse verleden, deden de namen ertoe.

Boven de deur zijn een Balinese priester en een Europese wetenschapper afgebeeld. De priester heeft een boek op zijn schoot en legt iets uit aan de wetenschapper, die het lijkt op te schrijven. Boven hen beiden is een Javaanse Kala kop afgebeeld, die het kwaad moet afweren. Dit is een van de weinige taferelen aan het gebouw met een beperkte mate van gelijkwaardigheid tussen gekoloniseerde en kolonisator, die enige interesse lijkt te tonen in de lokale kennis. Vaak overheerst(e) juist de gedachte dat Europeanen kennis meebrachten, waarbij ze nauwelijks aandacht en eerbied hadden voor de lokale kennissystemen.